oud reptiel gaf slangen hagedis hun tanden met gif
2 berichten
• Pagina 1 van 1
- blacksnake
- Waardering: 0
- Heeft bedankt: 0
- ID: 297
- Berichten: 337
- Geregistreerd: 22 nov 2005 14:44
- Woonplaats: Delft
oud reptiel gaf slangen hagedis hun tanden met gif
Met een rustige baardagaam, een hagedis, in de hand hield biologiestudent Freek Vonk onlangs een praatje aan de Universiteit Leiden. Hij vertelde dat het beestje, hoewel onschadelijk voor mensen, gifklieren in de bek heeft - en met hem een groot aantal andere hagedissen. Dat is de onverwachte, in Nature van 17 november gepubliceerde ontdekking van onderzoekers onder leiding van dr. Bryan Fry (Universiteit van Melbourne). Vonk en zijn begeleider, prof. dr. Michael Richardson, zijn medeauteurs.
Van de vele hagedissoorten golden er tot nu toe slechts twee als giftig: het gilamonster en de korsthagedis. Hun gifklieren, was de opvatting, hebben een andere evolutionaire oorsprong dan die van slangen. Bij slangen zouden tachtig miljoen jaar geleden gifklieren in de bovenkaak zijn verschenen, terwijl ze bij de twee hagedissen honderd miljoen jaar geleden in de onderkaak ontstonden.
De komodovaraan bracht Fry aan het twijfelen. Deze beruchte, reusachtige hagedis verscheurt prooien die na een beet verlamd zijn. Het idee was, dat die prooien vergiftigd worden door bacteriën in de bek van de rover. Maar gebeten prooien zijn zó snel uitgeschakeld, dat die bacteriën daar niet de oorzaak van kunnen zijn, realiseerde Fry zich. Hij zette een grote studie op poten naar de evolutie van gifklieren bij reptielen.
Fry liet daarvoor eerst een goede stamboom van de reptielen maken op basis van dna. Twee groepen hagedissen bleken nauw verwant aan slangen: de 'anguïmorfe' hagedissen, waartoe gilamonster, korsthagedis en varanen behoren; en de Iguania of leguaanachtigen, waaronder leguanen en agamen vallen.
Veel meer soorten dan verwacht bleken behalve speekselklieren ook eiwitproducerende klieren in de bek te hebben. Ze behoorden allemaal tot de groep van slangen, anguïmorfe hagedissen en leguaanachtigen. Tot zijn verbazing vond Fry bij als onschuldig bekend staande hagedissen, zoals baardagamen, negen typen krachtige gifstoffen terug die bekend waren van slangen en het gilamonster. Het begon erop te lijken dat gifklieren van slangen en hagedissen toch een gemeenschappelijke oorsprong hebben.
Vonk wilde graag onderzoek doen aan reptielengif. Hij was dus blij toen Fry met het verzoek kwam of hij de precieze structuur wilde bekijken van de gifklieren van de baardagaam. Vonk: 'De baardagaam heeft gifklieren in de onderkaak én de bovenkaak. Ze zijn kleiner dan de gifklieren van slangen en anguïmorfe hagedissen en eenvoudiger gebouwd.'
Dat maakte het beeld compleet. De gifklieren, is de conclusie, zijn bij de gemeenschappelijke voorouder van slangen, anguïmorfen en leguaanachtigen ontstaan vanuit de speekselklieren in onderkaak en bovenkaak. Leguaanachtigen bewaarden de oorspronkelijke vorm, bij slangen specialiseerden de klieren in de bovenkaak zich verder, bij de anguïmorfen de klieren in de onderkaak. 'Die gemeenschappelijke voorouder moet tweehonderd miljoen jaar geleden hebben geleefd', zegt Vonk. 'De gifklieren van reptielen zijn dus twee keer zo oud als gedacht.
'Het aantal giftige reptielen is nu verdubbeld en hun gif is een bron van mogelijk interessante stoffen voor de geneesmiddelenindustrie.'
met dank aan http://www.rattenslang.nl
Van de vele hagedissoorten golden er tot nu toe slechts twee als giftig: het gilamonster en de korsthagedis. Hun gifklieren, was de opvatting, hebben een andere evolutionaire oorsprong dan die van slangen. Bij slangen zouden tachtig miljoen jaar geleden gifklieren in de bovenkaak zijn verschenen, terwijl ze bij de twee hagedissen honderd miljoen jaar geleden in de onderkaak ontstonden.
De komodovaraan bracht Fry aan het twijfelen. Deze beruchte, reusachtige hagedis verscheurt prooien die na een beet verlamd zijn. Het idee was, dat die prooien vergiftigd worden door bacteriën in de bek van de rover. Maar gebeten prooien zijn zó snel uitgeschakeld, dat die bacteriën daar niet de oorzaak van kunnen zijn, realiseerde Fry zich. Hij zette een grote studie op poten naar de evolutie van gifklieren bij reptielen.
Fry liet daarvoor eerst een goede stamboom van de reptielen maken op basis van dna. Twee groepen hagedissen bleken nauw verwant aan slangen: de 'anguïmorfe' hagedissen, waartoe gilamonster, korsthagedis en varanen behoren; en de Iguania of leguaanachtigen, waaronder leguanen en agamen vallen.
Veel meer soorten dan verwacht bleken behalve speekselklieren ook eiwitproducerende klieren in de bek te hebben. Ze behoorden allemaal tot de groep van slangen, anguïmorfe hagedissen en leguaanachtigen. Tot zijn verbazing vond Fry bij als onschuldig bekend staande hagedissen, zoals baardagamen, negen typen krachtige gifstoffen terug die bekend waren van slangen en het gilamonster. Het begon erop te lijken dat gifklieren van slangen en hagedissen toch een gemeenschappelijke oorsprong hebben.
Vonk wilde graag onderzoek doen aan reptielengif. Hij was dus blij toen Fry met het verzoek kwam of hij de precieze structuur wilde bekijken van de gifklieren van de baardagaam. Vonk: 'De baardagaam heeft gifklieren in de onderkaak én de bovenkaak. Ze zijn kleiner dan de gifklieren van slangen en anguïmorfe hagedissen en eenvoudiger gebouwd.'
Dat maakte het beeld compleet. De gifklieren, is de conclusie, zijn bij de gemeenschappelijke voorouder van slangen, anguïmorfen en leguaanachtigen ontstaan vanuit de speekselklieren in onderkaak en bovenkaak. Leguaanachtigen bewaarden de oorspronkelijke vorm, bij slangen specialiseerden de klieren in de bovenkaak zich verder, bij de anguïmorfen de klieren in de onderkaak. 'Die gemeenschappelijke voorouder moet tweehonderd miljoen jaar geleden hebben geleefd', zegt Vonk. 'De gifklieren van reptielen zijn dus twee keer zo oud als gedacht.
'Het aantal giftige reptielen is nu verdubbeld en hun gif is een bron van mogelijk interessante stoffen voor de geneesmiddelenindustrie.'
met dank aan http://www.rattenslang.nl
Pantherophis guttatus "okeetee" 0.1 (NK 2003)
Pantherophis guttatus "misingblack motley" 1.0 (NK 2005)
Pantherophis guttatus "misingblack striped" 0.1 (NK 2005)
hybride 0.1 (NK 2005)
luipaardgekko 1.1 (NK 2005)
Pantherophis guttatus "misingblack motley" 1.0 (NK 2005)
Pantherophis guttatus "misingblack striped" 0.1 (NK 2005)
hybride 0.1 (NK 2005)
luipaardgekko 1.1 (NK 2005)
2 berichten
• Pagina 1 van 1
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 281 gasten