Hard oordeel wetenschappers over verbod op dierhouderij
1 bericht
• Pagina 1 van 1
Hard oordeel wetenschappers over verbod op dierhouderij
Hard oordeel wetenschappers over verbod op dierhouderij
Persbericht PVH
Prominente wetenschappers hebben fundamentele kritiek op de WUR-methode die het ministerie van
Economische Zaken gebruikt om te bepalen welke diersoorten de Nederlandse bevolking nog mag
houden.
Per 1 januari 2014 wordt de positieflijst voor zoogdieren van kracht. Daarna mogen alleen nog maar
zoogdiersoorten worden gehouden die de staatssecretaris heeft aangewezen. Meer dan 5400 soorten
worden verboden, ruim 5300 daarvan zonder enige motivering. Volgend jaar moet de lijst van
gehouden vogels en reptielen klaar zijn.
Wetenschappers en veterinaire specialisten voor bijzondere diersoorten die zich gebogen hebben
over de toegepaste WUR-methode zijn niet mals in hun kritiek. De methode schiet in wetenschappelijk
opzicht ernstig tekort en misbruikt volksgezondheidsargumenten voor politieke doeleinden. Zij
bepleiten nadrukkelijk een alternatieve aanpak.
Een groep van elf prominente wetenschappers, werkzaam bij diverse Belgische en Nederlandse
universiteiten, allen dierenartsen-specialisten voor bijzondere diersoorten, hebben een brief aan
staatssecretaris Dijksma hun bezorgdheid geuit over het Nederlands beleid waar het betreft het
houden van huisdieren.
Ze wijzen er op dat grootste problemen met dierenwelzijn soorten betreffen die wel nog mogen
worden gehouden (gedragsproblemen bij honden en voedigsproblemen bij konijnen). Men stelt ook
dat er geen enkele wetenschappelijke publicatie is die aantoont dat dierenwelzijn wordt bevorderd
door invoering van Positieflijsten. “Het politieke instrument van de Positieflijst mist dus de geclaimde
wetenschappelijke verantwoording” aldus de wetenschappers.
De wetenschappers wijzen er op dat het voor de hand zou liggen, de methode te toetsen met
diersoorten als de hond en de kat, waarvoor de ‘houdbaarheid’ niet ter discussie staat. Deze soorten
zijn buiten de beoordeling gehouden omdat het houden van deze dieren (terecht) als vanzelfsprekend
wordt beschouwd. Om te toetsen of de gebruikte methode bruikbaar is, zouden de hond en kat in dit
systeem steeds hoog voor houdbaarheid zouden moeten scoren, zo niet dan is de methode
maatschappelijk niet relevant.
Overigens blijkt uit een eerder onderzoek van de WUR (rapport 408) dat de hond en kat wel zijn
onderzocht en als ‘niet houdbaar’ uit de molen van de WUR kwamen. Het ministerie heeft dit opgelost
door ze van beoordeling uit te sluiten.
Ook concluderen de wetenschappers dat gebleken is dat de inbreng van de de dierhouders en hun
organisaties verwaarloosbaar is geweest, waarmee de maatschappelijke relevantie nog verder ter
discussie worden gesteld.
Bij de beoordeling van welke diersoorten geschikt zouden zijn om te houden zijn 10 dieronderzoekers
ingeschakeld, vier van de tien van dit panel vindt geen enkele diersoort geschikt! De wetenschappers
hebben hier grote vraagtekens bij. Ze menen dat de grondhouding en daarmee ook de objectiviteit
van de beoordelaars in twijfel kan worden getrokken. Dit kan wijzen op een zeer sterke bias in de
onderzoeksresultaten wat zoveel wil zeggen dat er sprake is van een vooroordeel of het sturen in een
bepaalde richting vanuit de beoordelaars.
Ook maken de wetenschappers bezwaar tegen de arbitraire en onwetenschappelijke wijze waarmee
geschermd wordt met het begrip zoönose, ziekten die door dieren op mensen kunnen worden
overgebracht. Als dit een criterium is zou het houden van alle huisdieren verboden moeten worden,
aldus de wetenschappers. Ook hier zou men consequent moeten zijn en de risico's van hond en kat
voor de volksgezondheid als norm moeten stellen.
De wetenschappers beperken zich niet alleen tot kritiek, men draagt ook een alternatief aan om het
welzijn van gezelschapsdieren te bevorderen. Samengevat komt dat er op neer dat er voor alle
diersoorten minimumnormen moeten komen voor het houden in gevangenschap waar het gaat over
huisvesting en voeding maar ook de eisen aan de eigenaar die voor het houden van bepaalde soorten
gecertificeerd zou moeten zijn.
Het Platform Verantwoord Huisdierenbezit zegt in een reactie op de brief aan Dijksma, na jaren van
strijd tegen de WUR-methode en aanpak van het ministerie, erkenning te hebben gevonden bij
weldenkende wetenschappers. Ze onderschrijven ten zeerste dat de sector van dierhouders al vanaf
het begin (juni 2011) geen enkel gehoor heeft gevonden bij de WUR en bij het ministerie. De kennis in
de sector is volgens de WUR niet 'wetenschappelijk” en doet dus niet ter zake. Het Platform pleit al
jaren voor huisvestings- en verzorgingsnormen voor alle gehouden diersoorten. Men hoopt dat de
brief van de wetenschappers aan staatssecretaris Dijksma een opening gaat bieden om in Nederland
regels te stellen die daadwerkelijk het dierenwelzijn verder te verbeteren en niet te blijven steken in
symboolwetgeving.
Verwijzing:
Persbericht PVH
Prominente wetenschappers hebben fundamentele kritiek op de WUR-methode die het ministerie van
Economische Zaken gebruikt om te bepalen welke diersoorten de Nederlandse bevolking nog mag
houden.
Per 1 januari 2014 wordt de positieflijst voor zoogdieren van kracht. Daarna mogen alleen nog maar
zoogdiersoorten worden gehouden die de staatssecretaris heeft aangewezen. Meer dan 5400 soorten
worden verboden, ruim 5300 daarvan zonder enige motivering. Volgend jaar moet de lijst van
gehouden vogels en reptielen klaar zijn.
Wetenschappers en veterinaire specialisten voor bijzondere diersoorten die zich gebogen hebben
over de toegepaste WUR-methode zijn niet mals in hun kritiek. De methode schiet in wetenschappelijk
opzicht ernstig tekort en misbruikt volksgezondheidsargumenten voor politieke doeleinden. Zij
bepleiten nadrukkelijk een alternatieve aanpak.
Een groep van elf prominente wetenschappers, werkzaam bij diverse Belgische en Nederlandse
universiteiten, allen dierenartsen-specialisten voor bijzondere diersoorten, hebben een brief aan
staatssecretaris Dijksma hun bezorgdheid geuit over het Nederlands beleid waar het betreft het
houden van huisdieren.
Ze wijzen er op dat grootste problemen met dierenwelzijn soorten betreffen die wel nog mogen
worden gehouden (gedragsproblemen bij honden en voedigsproblemen bij konijnen). Men stelt ook
dat er geen enkele wetenschappelijke publicatie is die aantoont dat dierenwelzijn wordt bevorderd
door invoering van Positieflijsten. “Het politieke instrument van de Positieflijst mist dus de geclaimde
wetenschappelijke verantwoording” aldus de wetenschappers.
De wetenschappers wijzen er op dat het voor de hand zou liggen, de methode te toetsen met
diersoorten als de hond en de kat, waarvoor de ‘houdbaarheid’ niet ter discussie staat. Deze soorten
zijn buiten de beoordeling gehouden omdat het houden van deze dieren (terecht) als vanzelfsprekend
wordt beschouwd. Om te toetsen of de gebruikte methode bruikbaar is, zouden de hond en kat in dit
systeem steeds hoog voor houdbaarheid zouden moeten scoren, zo niet dan is de methode
maatschappelijk niet relevant.
Overigens blijkt uit een eerder onderzoek van de WUR (rapport 408) dat de hond en kat wel zijn
onderzocht en als ‘niet houdbaar’ uit de molen van de WUR kwamen. Het ministerie heeft dit opgelost
door ze van beoordeling uit te sluiten.
Ook concluderen de wetenschappers dat gebleken is dat de inbreng van de de dierhouders en hun
organisaties verwaarloosbaar is geweest, waarmee de maatschappelijke relevantie nog verder ter
discussie worden gesteld.
Bij de beoordeling van welke diersoorten geschikt zouden zijn om te houden zijn 10 dieronderzoekers
ingeschakeld, vier van de tien van dit panel vindt geen enkele diersoort geschikt! De wetenschappers
hebben hier grote vraagtekens bij. Ze menen dat de grondhouding en daarmee ook de objectiviteit
van de beoordelaars in twijfel kan worden getrokken. Dit kan wijzen op een zeer sterke bias in de
onderzoeksresultaten wat zoveel wil zeggen dat er sprake is van een vooroordeel of het sturen in een
bepaalde richting vanuit de beoordelaars.
Ook maken de wetenschappers bezwaar tegen de arbitraire en onwetenschappelijke wijze waarmee
geschermd wordt met het begrip zoönose, ziekten die door dieren op mensen kunnen worden
overgebracht. Als dit een criterium is zou het houden van alle huisdieren verboden moeten worden,
aldus de wetenschappers. Ook hier zou men consequent moeten zijn en de risico's van hond en kat
voor de volksgezondheid als norm moeten stellen.
De wetenschappers beperken zich niet alleen tot kritiek, men draagt ook een alternatief aan om het
welzijn van gezelschapsdieren te bevorderen. Samengevat komt dat er op neer dat er voor alle
diersoorten minimumnormen moeten komen voor het houden in gevangenschap waar het gaat over
huisvesting en voeding maar ook de eisen aan de eigenaar die voor het houden van bepaalde soorten
gecertificeerd zou moeten zijn.
Het Platform Verantwoord Huisdierenbezit zegt in een reactie op de brief aan Dijksma, na jaren van
strijd tegen de WUR-methode en aanpak van het ministerie, erkenning te hebben gevonden bij
weldenkende wetenschappers. Ze onderschrijven ten zeerste dat de sector van dierhouders al vanaf
het begin (juni 2011) geen enkel gehoor heeft gevonden bij de WUR en bij het ministerie. De kennis in
de sector is volgens de WUR niet 'wetenschappelijk” en doet dus niet ter zake. Het Platform pleit al
jaren voor huisvestings- en verzorgingsnormen voor alle gehouden diersoorten. Men hoopt dat de
brief van de wetenschappers aan staatssecretaris Dijksma een opening gaat bieden om in Nederland
regels te stellen die daadwerkelijk het dierenwelzijn verder te verbeteren en niet te blijven steken in
symboolwetgeving.
Verwijzing:
Met vriendelijke groet,
Martijn (Slangenforum beheerder)
Slangenforum - Passie voor slangen
Martijn (Slangenforum beheerder)
Slangenforum - Passie voor slangen
1 bericht
• Pagina 1 van 1
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 165 gasten